menu
Word Lid
Sam van Rooy uit scherpe kritiek op aanpak medewerkers UAntwerpen door rector Van Goethem

Ter gelegenheid van een parlementaire vraag van Antwerps volksvertegenwoordiger Sam Van Rooy aan minister Bart Somers (Open VLD) in de commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering van het Vlaams Parlement, werden zowel door Van Rooy zelf als door parlementsleden van N-VA en Open VLD en minister Somers grote bedenkingen geformuleerd bij hoe rector Herman Van Goethem omgaat met de zogenaamde "kwetsende uitspraken" van twee universiteitsmedewerkers. “Iedereen was het erover eens dat de uitspraken niet gefilmd hadden mogen worden en wel degelijk binnen de grenzen van de vrije meningsuiting vallen. Sterker nog, Somers stelde dat een soort heropvoedingstraject bij het Hannah Arendt Instituut – dat door rector Van Goethem blijkbaar zelfs niet eens gecontacteerd werd – allerminst wenselijk is”, aldus van Rooy.

Tijdens het gesprek werden bepaalde uitspraken gedaan over het gebrekkige Nederlands van studenten met Marokkaanse roots, over de orthodox-Joodse gemeenschap (“een gesloten gemeenschap is die eigen, gescheiden scholen heeft”) en over Chinezen, Portugezen en Brazilianen. Met die groepen hebben ze naar eigen zeggen geen problemen en ‘minder conflict’, hoewel ze van Brazilianen zeiden dat die toch wel ‘lawaaierig’ kunnen zijn. In datzelfde gesprek werd overigens ook gesuggereerd dat er ook bij onze jeugd een probleem is met de kwaliteit van de Nederlandse taal. Bovendien werd er gewezen op goede voorbeelden van integratie in álle groepen, en werd racisme afgekeurd. Over iemand met Turkse wortels werd gezegd dat hij perfect Nederlands spreekt en zelfs “nog Vlaamser is dan ik”.

Van Rooy noemde dit "een heel normale, open, vrije conversatie tussen twee mensen over hun ervaringen en gedachten, zoals dat nu eenmaal gaat – wat zeg ik, móet gaan – in een open, vrije, democratische samenleving; twee mensen die er nota bene blijk van geven dat ze begaan zijn met onze samenleving en met ons onderwijs én dat ze nadenken en twijfelen. Je zou dit gesprek zelfs het summum van onze vrije, westerse beschaving kunnen noemen". Toch werden de medewerkers door rector Van Goethem voor onbepaalde tijd geschorst en ze zouden – aldus de rector – een “professioneel traject” volgen bij Unia en het Hannah Arandt Instituut.

Sam Van Rooy betoogde dat de sanctionering door Van Goethem “een symptoom is van een toenemende intolerantie tegenover bepaalde opvattingen, van de woke-cancelcultuur en van het steeds meer beknotten van de vrije meningsuiting”, en dat het in een vrije democratische samenleving niet past dat “heropvoedingstrajecten worden opgelegd naar aanleiding van heimelijk gefilmde en illegaal verspreide privégesprekken”. Hij riep de minister op “zich in te zetten voor het garanderen van de vrijheid van meningsuiting en het stimuleren van een vrije en open debatcultuur”.

In zijn antwoord bevestigde minister Somers uitdrukkelijk dat de gewraakte uitspraken niet discriminerend of racistisch zijn en binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting vallen, en dat die vrijheid ook moet gelden voor meningen die anderen mogelijk kunnen kwetsen. N-VA-parlementslid Nadia Sminate trad Van Rooy bij en noemde het traject bij het Hannah Arendt Instituut “meer dan een brug te ver”. Open VLD-parlementslid Tom Ongena stelde bovendien dat de beelden van het gesprek nooit zonder toestemming opgenomen en verspreid hadden mogen worden. Opvallend is bovendien dat Somers formeel bevestigde dat het Hannah Arendt Instituut tot op heden niet gecontacteerd werd, waarbij de minister zelfs stelde te hopen dat “het Hannah Arendt Instituut beseft dat het organiseren van een dergelijk traject niet haar taak is”.

Enerzijds is Sam van Rooy tevreden over deze reacties, maar anderzijds uitte hij striemende kritiek op het uitblijven van een fundamentele veroordeling van de cancelcultuur en op "het gebrek aan felle verontwaardiging over de schorsing voor onbepaalde duur van deze twee arme mensen". Van Rooy: “We zouden ons hier met zijn allen heel scherp moeten uitspreken tegen zo'n orwelliaanse gedachtepolitie.” Tot slot riep hij iedereen op, ook de minister en de andere parlementsleden, om de petitie te ondertekenen tegen de cancel culture aan de Universiteit Antwerpen, opgesteld door een taaldocente aan de UA.

ONTVANG ONZE NIEUWSBRIEF